Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19

De coronacrisis is een humanitaire, sociaaleconomische en financiële crisis, met enorme gevolgen voor kwetsbare landen, onder meer (maar niet alleen) in Afrika. Snelle actie van de internationale gemeenschap is geboden om deze landen te ondersteunen in de strijd tegen de gevolgen van het COVID-19 virus. De coronacrisis is in eigen land niet voorbij zolang ze elders op de wereld voortwoekert. Wereldwijde uitbanning is daarmee ook welbegrepen eigenbelang.

Terwijl internationale samenwerking meer dan ooit onmisbaar is, verscherpt de pandemie juist de rivaliteit tussen de VS en China. Deze machtsstrijd verplaatst zich ook naar de internationale organisaties en ondermijnt de sinds 1945 opgebouwde multilaterale orde. Naar het oordeel van de AIV dient Europa een leiderschapsrol te vervullen in de wereldwijde respons.

De AIV adviseert het kabinet om:

  • bij de Nederlandse inspanningen in de bestrijding van het COVID 19-virus zoveel mogelijk met EU-instellingen en lidstaten samen te werken, dan wel in coalities met gelijkgezinde landen;
  • een samenhangend pakket aan steunmaatregelen te ontwikkelen. Dit moet bestaan uit medische hulp, gezondheidszorg, voedselhulp, een sociaal vangnet, sociaaleconomisch perspectief, steun voor vluchtelingen en ontheemden en een luchttransportinitiatief;
  • een bedrag van 1 miljard euro beschikbaar te stellen voor het lenigen van de meest acute noden.

Dit briefadvies is opgesteld door prof. mr. Jaap de Hoop Scheffer (voorzitter), prof. dr. Mirjam van Reisen, prof. dr. Luuk van Middelaar, mr. Koos Richelle en drs. Monika Sie Dhian Ho. Het secretariaat werd gevoerd door dr. Marenne Jansen (secretaris), ondersteund door Nadia van de Weem (stagiair).